1 Samuel 19:7

SVEn Jonathan riep David, en Jonathan gaf hem al deze woorden te kennen; en Jonathan bracht David tot Saul, en hij was voor zijn aangezicht als gisteren [en] eergisteren.
WLCוַיִּקְרָ֤א יְהֹונָתָן֙ לְדָוִ֔ד וַיַּגֶּד־לֹו֙ יְהֹ֣ונָתָ֔ן אֵ֥ת כָּל־הַדְּבָרִ֖ים הָאֵ֑לֶּה וַיָּבֵ֨א יְהֹונָתָ֤ן אֶת־דָּוִד֙ אֶל־שָׁא֔וּל וַיְהִ֥י לְפָנָ֖יו כְּאֶתְמֹ֥ול שִׁלְשֹֽׁום׃ ס
Trans.wayyiqərā’ yəhwōnāṯān ləḏāwiḏ wayyageḏ-lwō yəhwōnāṯān ’ēṯ kāl-hadəḇārîm hā’ēlleh wayyāḇē’ yəhwōnāṯān ’eṯ-dāwiḏ ’el-šā’ûl wayəhî ləfānāyw kə’eṯəmwōl šiləšwōm:

Algemeen

Zie ook: Aangezicht, Gelaat, David (koning), Jonathan (zn. van Saul), Saul (koning)

Aantekeningen

En Jonathan riep David, en Jonathan gaf hem al deze woorden te kennen; en Jonathan bracht David tot Saul, en hij was voor zijn aangezicht als gisteren [en] eergisteren.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יִּקְרָ֤א

riep

יְהוֹנָתָן֙

En Jónathan

לְ

-

דָוִ֔ד

David

וַ

-

יַּגֶּד־

gaf

ל

-

וֹ֙

-

יְה֣וֹנָתָ֔ן

en Jónathan

אֵ֥ת

-

כָּל־

hem al

הַ

-

דְּבָרִ֖ים

woorden

הָ

-

אֵ֑לֶּה

deze

וַ

-

יָּבֵ֨א

bracht

יְהוֹנָתָ֤ן

en Jónathan

אֶת־

-

דָּוִד֙

David

אֶל־

tot

שָׁא֔וּל

Saul

וַ

-

יְהִ֥י

en hij was

לְ

-

פָנָ֖יו

voor zijn aangezicht

כְּ

-

אֶתְמ֥וֹל

als gisteren

שִׁלְשֽׁוֹם

eergisteren


En Jonathan riep David, en Jonathan gaf hem al deze woorden te kennen; en Jonathan bracht David tot Saul, en hij was voor zijn aangezicht als gisteren [en] eergisteren.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!